Tijdens mijn voorstelstelmoment bij klanten en tijdens trainingen en bijeenkomsten vertel ik altijd trots dat ik in een klein dorpje in Twente woon. Saasveld! Dit vertel ik om maar meteen mijn Twentse tongval te duiden, maar ook omdat ik me ermee verbonden voel. Het zegt iets over mij, over wie ik ben en wat ik belangrijk vind. Ik ben geboren en getogen in Twente en woon sinds 4 jaar in Saasveld (import dus;-)). Een dorp van ongeveer 1700 inwoners, waar het woord samenwerken gemeengoed is. Het Noaberschap (een sociale verhouding binnen een kleine, vaak boeren-, gemeenschap: de noabers ofwel buren (in een ruime zin des woords) bij te staan met raad en daad indien dat nodig is) laat zien wat je samen kunt doen en kunt bereiken. Het is een ondernemend dorp. Voor een klein dorp zijn er veel lokale ondernemers en (familie)bedrijven. Je helpt elkaar!
Soms bekijk ik ‘mijn’ dorp vanuit organisatieperspectief. Dan zie ik dat er veel belangen en behoeftes zijn (om door te ontwikkelen, of juist niet) en dat er wordt nagedacht over de toekomst. Hoe houden we dit dorp aantrekkelijk ook voor komende generaties. Willen we een ‘windmolen’ of houden we dit als dorp tegen? Interessant om te zien dat je dezelfde vraagstukken tegenkomt als in de samenwerkingsvraagstukken die ik mag begeleiden bij organisaties in het onderwijs en de opvang.
Hoe vaak dorpsgenoten wel niet vragen: En? Bevalt het nou een beetje in Saasveld? Dat vinden ze belangrijk, dat je gelukkig bent in ‘hun’ dorp. Ik ben gelukkig in dit dorp en dat helpt mij om als ondernemer het geluk te verspreiden naar ‘mijn’ organisaties in het onderwijs en de opvang. Waar ik op mijn beurt weer probeer het geluk van kinderen en medewerkers te vergroten.